et ufo

1783, Classical UFO description Amsterdam

 

1783, Classical UFO description Amsterdam

AMSTERDAM den 27 Augustus. Het volgende is ons door een kundige Waarnemer der Natuurlijke Zeldzaamheden, vriendelijk medegedeeld:

Het Luchtverschijnsel, dat zich Maandag den 18de dezer, 's avonds omtrent half 10 uren, in onze Provinciën vertoond heeft, is in deze Stad door verscheidene en op verschillende manieren gezien. In het Noordelijk gedeelte zag men het als een heldere Vuurpijl, schuins uit het Noord-Westen voort schietende naar het Zuiden, langs hoe meer vergrotend, en in zijn loop vurige vonken uitwerpende. In de middelde delen der Stad maakte het een aanmerkelijke verlichting, en scheen een ronde bal te zijn , naar achteren puntig. In de Zuidelijke delen heeft men het van grote wat minder dan de volle Maan gezien, gevende een zo sterk Licht uit, dat het sommigen zeer deed verschrikken. De meesten hebben het vrij laag gezien, en uit de schillende verschillende vertoningen moet men „besluiten, dat het niet ver van ons geweest moet zijn. Dat het zich te Rotterdam, en daar omstreeks, bijna zo groot als de Maan vertoond hebben, bevestigd de zelfde loop naar het Zuid-Westen; zo ook, dat men het te Middelburg gezien hebben, en dat men „liet insgelijks, tussen 9 en 10 uren, te Londen Vernomen heeft, een helder Licht gevende dan de volle Maan, doet blijken, dat liet vrij schikkelijk zijn voortgegaan.

„Buiten twijfel behoort hetzelve tot die Verschijnselen welke men VUURBALLEN noemt, en die mogelijk den ouden bekend geweest zijn, doch zelden waargenomen wierden, in die grote en met zo veel, glans. Men heeft er, in het jaar 1686, en dus bijna honderd jaar geleden, te Leipzig, en elders in Duitsland een gezien, die een sterk Licht gaf, half zo breed en als de Maan zich vertonende. In het jaar 1719 zag men er één, wel zo groot als de volle Maan, en veel sterker Licht gevende dan die, te Bononic in Italië, en daar omstreeks. Maar wel het aanmerkelijkste, in dezen, is de Vuurbal, die den 26ste november van het jaar 1758, over een groot gedeelte van Engeland Schotland liep, waar van de Afbeelding, niet vele Waarnemingen, uit de Verhandelingen van de Koninklijke Sociëteit der Wetenschappen in Engeland ontleend, in het Nederduitse aan het licht gegeven is, in het Zesde Deel der uitgezochte Verhandelingen, bij F. HOUTTUYN uitgegeven. Men vindt daar, bovendien, ene aanmerkelijke verklaring van dit Verschijnsel, het welk denkelijk alleen in grootheid en voornschieting verschilt van de Dwaallichten, de zogenaamde vallende Sterren, oprijzende of nederdalende Vuurklompen, die „dikwijls op Heide en Moerassige plaatsen bij nacht waargenomen, en, indiener gelegenheid, was, menigvuldiger gezien zouden worden.

Terwijl niettemin deze voortlopende vuurballen, zomertijd zo ongemeen groot zijn, dat men ze wel op 600 Roeden omstreeks berekend heeft, en een zo snellen voortgang hebben, „wel honderdmaal vlugger dan die van een Kanonskogel, moet men ze zekerlijk, ook wegens de zeldzaamheid, als iets bijzonders aanmerken. De gemelde, van het jaar 1758, was in zijn koers en grootte, zo het scheen, zeer veranderlijk. Wenselijk is het, voor alle Liefhebbers der Natuurkunde, „dat de genen, die mogelijk enige, bijzondere Waarnemingen op dezen onzen Vuurbal gedaan hebben, en waar door men de wezenlijke hoogte en grootte bepalen kan; als ook, die den zelfde verder noordelijk of Zuidelijk gezien hebben, „zulks aan het Algemeen geliefden mede te deden.

Source: Amsterdamse courant,  27 Aug. 1783

 
Cookies user preferences
We use cookies to ensure you to get the best experience on our website. If you decline the use of cookies, this website may not function as expected.
Accept all
Decline all
Analytics
Tools used to analyze the data to measure the effectiveness of a website and to understand how it works.
Google Analytics
Unknown
Unknown
Save